Tijdens de eerste helft van de 20e eeuw maakte de Frans-Belgische kunstenaar Yvonne Serruys (1873-1953) carrière in Parijs. Afkomstig uit een kunstminnend burgergezin in Menen kreeg ze een degelijke intellectuele, muzikale en artistieke scholing. Die werd vervolledigd bij de luminist Emile Claus in Astene en bij pointillist Georges Lemmen in Brussel. Vanaf 1898 stelde ze haast jaarlijks tentoon op de Parijse salons. Vanaf haar dertigste betrok ze er een eigen atelier en woonst. Omstreeks 1905, na een succesvolle eerste solotentoonstelling in Parij, maakte ze voorgoed de overstap naar de beeldhouwkunst.
Ze realiseerde nu vooral statuettes van naakte jonge vrouwen in spontane poses. Tegelijk ontwierp ze honderden modellen voor decoratieve objecten in glas(pasta), en nog voor de Eerste Wereldoorlog twee monumentale beeldengroepen voor de Parijse openbare ruimte. Tijdens het interbellum kwamen daar nog opdrachten voor publieke monumenten bij, in België, Frankrijk en Tunesië, en enkele kunstintegratieprojecten in de Atlantische Pyreneeën, alle in een art-decostijl. Yvonne Serruys wilde nu ook de ‘nieuwe vrouw’ weergeven vanuit haar eigen vrouwelijke blik en ervaring,
en zo bijdragen aan de vrouwenemancipatie. Wellicht geïnspireerd door haar indrukwekkende netwerk in Parijs en de ‘salons du samedi’ die ze er organiseerde met haar man, de Franse schrijver Pierre Mille, hield ze er uitgesproken opvattingen over lichamelijkheid en gender op na. Onder meer gebaseerd op haar nieuw ontdekte memoires, belicht dit boek diverse aspecten van het leven en werk van deze veelzijdige kunstenaar, die een scharnierperiode in de moderne tijd beleefde en mee vormgaf.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.